Words For The Deeper Layers...



Alleen in wie ze was

 

Hier sta ik. In heelheid.

En toch ook niet. 

Ik ben hier en toch ook niet.

 

Ik weet dat ze er is. Ik voel haar. Ik zie haar. 

Ik weet wat liefde is en toch ook niet. Het is er. Zoals het er altijd is geweest. En toch ook niet. 

Soms dichtbij. Soms ver weg. En soms onvindbaar. 

Ik weet dat het er is.

 

Ze was alleen. Alleen in haar gevoelens. Alleen in haar woorden. Alleen in wie ze was.

Ze stak haar hand uit, er kwam niets. Ze vroeg, er kwam niets. Ze riep, er kwam niets. 

Ze vroeg niet meer, er kwam niets. Ze zocht. 

Ze vond eenzaamheid en leegte.

Voorbij eenzaamheid en leegte zag ze niet. Voorbij eenzaamheid en leegte was er niet.

 

Ze begon als liefde. Onvoorwaardelijke liefde. Voor zichzelf. De ander. Voor de dieren, de bloemen, de lucht...

Er was liefde en schoonheid in wat ze zag. In wat ze voelde. In wie ze is. 

In dat wat ze dacht te vinden.

Ze voelde pijn, verdriet, afstand, verwarring...

De woorden had ze niet. Antwoorden kreeg ze niet. 

Ze vond leegte.

 

Ze verwachtte een liefdevolle aanraking. Ze vroeg om getroost te worden. Ze schreeuwde om gezien te worden. 

 

Gezien in liefde, onschuld, puurheid en schoonheid. Gezien in haar kunnen, wensen, uitdagingen en moeilijkheden. Gezien in wie ze is. 

 

De aanraking was er en toch ook niet. Het was zichtbaar. Ze voelde het niet. 

Troost vond ze. In zichzelf. Alleen. In haar eigen magie en dromen. Haar dromen bleven dromen. Haar magie was niet langer magisch. 

Wat ze vond was leegte. 

 

Ze werd gezien. Ze werd gezien als een vorm. Als een rol. Als een leerling. Als een volger. 

Daar waar liefde, puurheid, onschuld en schoonheid verdwenen, werd leegte gevonden. 

 

Ze verwachte ruimte om te groeien. Ruimte om te vallen. Ruimte om te zijn. Ze groeide, ze viel en ze was. 

Daar waar ze mocht groeien, vallen en zijn. 

Daar waar ze niet meer groeide. Daar waar ze niet meer wilde vallen. Daar waar zij niet meer was. 

 

Ze kwam met open armen, ze ging gesloten.

Ze kwam in verbinding, ze ging alleen.

Ze kwam als liefde, ze ging als leegte. 

Ze kwam als haar mooie pure zelf. 

Nooit bevestigd. Nooit gevoeld. Nooit gezien. 

Ze ging verlaten. In verwarring en eenzaamheid. 

 

Het was niet wat ze had verwacht. Niet wat ze had gehoopt. Niet herkenbaar. 

 

Ze schreeuwde.

 

Het antwoord was leegte.

En nu ben ik hier...

Daar waar leegte plaatsmaakt voor liefde. 

Daar waar eenzaamheid plaatsmaakt voor verbinding. 

 

Ik mag groeien. Ik mag vallen. Ik mag zijn.

 

Ik zie haar. Ik voel haar. Ik breng haar thuis.

 

En hier sta ik. Met open armen. In liefde en verbinding. Onderweg naar heelheid.

 

Ik voel liefde in wie ik ben. Ik zie liefde in al wat is. 

Vrij van wat ik dacht te zijn. Vrij van dat wat was.

 

Vrij in wie ik ben.